‘Mijn diner.’
Jouw wat?!
‘Mijn diner. To go van d’Ouwe Tak. Hebben ze daar home-made voorbereid.’
Die hebben best veel … – wat heb jij?
‘Rundersucade. Echt top, afdeling grote goddelijkheid bij jezelf op tafel.’
Oké. En wat is RW jus?
‘Haha. Rodewijn-jus.’
Zo, zo. Hoe maak je dit klaar dan?
‘Gewoon, lezen hè! De schotel met deksel in de oven, 20 minuten op 160 graden.
Wel tien minuten voorverwarmen, graag.
Tijd genoeg om je zonden te overdenken, je handen te wassen en blij te zijn.’
Huh, is dit je oven?
‘Ja. Wat?’
Nee, niks …
En dan, smaakt het zoals het eruit ziet?
‘Je kent dat engeltje wel dat op je tong piest, waardoor je in de zevende hemel komt?’
Eh … ja, een soort van … En?
‘Nou, zo. En dan dubbel.’
Wel wel … dus het is die 18 euro wel waard?
‘Meer dan. Hapje? Er is genoeg.’
Mmmmmm ….
‘Wat zeg je? Hahahaha!!!