Kennelijk is, met een sneu aandoende eenzijdigheid, de campagne voor de raadsverkiezingen van 18 maart 2026 in de Bijvanck van start gegaan. Energiebron is de (?) gemeentelijke kerstboom die naar de smaak van een aantal wijkbewoners wat aan de kleine kant is. Een regiokrant is erbij gekomen, foto gemaakt en wat ronkende tekst gepubliceerd. ‘Bijvanck achtergesteld gebied!, Bijvanck ondergeschoven kindje.’ En vanuit het college van B&W is gemeld dat er een boom van 5 meter (hoogte) is gevonden.

Tjee. En dat over een wijk die net zo’n 50 jaartjes bestaat en waar voor zo’n 35 mln euro wordt gespendeerd aan ‘de verbetering’. Tjee … reken maar dat zij (…) in het Dorp daar stinkend jaloers op zijn. Want dat Dorp zit met nogal wat straten en wegen die een paar eeuwen oud zijn en waar nul euro aan wordt besteed voor ‘verbetering’. Wegen die hardstikke onveilig zijn en waarvan het al dan niet noodzakelijke gebruik afbreuk doet aan de leefbaarheid – nul euro. Of de boel wordt voorzien van die roze vinex-keien.
De wegen in het Dorp – waarover in de Strategische Visie 2030 al het nodige werd gezegd – en waarmee niets is gedaan. Uit welk jaar die Visie is? Uit 2010. Dus vijftien jaar geleden … en dan niets! Wie of wat is achtergebleven …?
En een gemeentelijke kerstboom? Niet in het Dorp, niet in de wijk Crailo (o ja, die hebben we ook nog …) en ook niet in die o zo goed doordachte nieuwe wijk de Meent, zonder centrum en zonder zelfs maar iets van een centrale plaats …
Dit terzijde. Het zijn feiten, maar roepen zuur op. Komen we niet verder mee. Dus ook maar niet op reageren.
Het ware beter geweest als de politieke opportunisten kennis hadden genomen van de scriptie van een zekere dorpsgenoot, die daarmee in 2003 zijn master haalde in de Cultuursociologie aan de Universiteit van Amsterdam.
Die scriptie heet Blaricumse betrokkenheid en geeft een antwoord op de vraag ‘In welke mate zijn Blaricummers op elkaar betrokken?’ Waarbij de sturende gedachte was: ‘Hoe meer betrokkenheid, hoe meer ‘samenleving’ er is, en omgekeerd.’
De conclusie van dit werkstuk (beoordeeld met een 7) luidde: ‘De Blaricumse betrokkenheid is niet erg groot en neemt af. Dit geldt voor zowel de afzonderlijke wijken als voor de gemeente als geheel.’ Ofwel: uitgestoken handen vanuit het Dorp naar de Bijvanck waren er niet zo veel, maar die vanuit de Bijvanck richting het Dorp evenmin! En ook dat lijkt na dik twee decennia niet te zijn veranderd/verbeterd.
En even verder: ‘De vraag of Blaricum-Dorp en de Bijvanck vanuit sociologisch perspectief tesamen als één coherente samenleving kunnen worden beschouwd, krijgt dan ook een ontkennend antwoord.’ En ook: ‘Er is geen sprake van uitsluiting, wel van non-integratie.’ En ten slotte (2003!): ‘… de individualisering schrijdt voort, in het Dorp neigende naar egoïsme.’
Blaricum was al in 2003 ‘een geformaliseerd samenstel van sociale enclaves en mono-culturen.’ Velen zullen het ermee eens zijn dat dit in de voorbije 22 jaar niet minder is geworden, maar meer. Scherper. Ook door externe ontwikkelingen, maar ook door intrinsieke lokale krachten en fenomenen.
Hoe dan en wat betekent dit voor nu – en later?
Het Dorp is nu eenmaal anders dan de Bijvanck, de Bijvanck weer anders dan de Meent en die wijk weer anders dan het Dorp. Het is wat het is. Net zoals u bent die u bent, maar anders dan uw linkerburen en weer anders dan uw rechterburen – en die buren verschillen ook weer van elkaar. En toch woont men best aardig en vredig en in meer of mindere mate op elkaar betrokken in dezelfde straat. Verschillen zijn inherent aan het bestaan. En de grootste rijkdom is misschien wel bescheidenheid.
Er valt derhalve niets te eisen, niets te forceren. Niets te huilen noch te mekkeren. Wel te begrijpen, in te zien, te accepteren, te respecteren. Niet weglopen alstublieft voor de conclusie dat de een nu eenmaal anders is dan de ander: buren, wijken, gemeenten, landen, rassen, gender.
En er sowieso geen politiek beladen issue van maken. Anders zijn betekent no way minder zijn. Anders zijn is niet ‘achtergesteld’, niet ‘ondergeschoven’. Anders zijn behoeft ook geen verdere invulling, geen vergelijking, geen ranking, geen competitie.
Wees blij met wie je bent en wat je krijgt, en denk nog ’s na of je wat zou kunnen geven. Ook als je in de Bijvanck woont en je het beeld van zo’n rijkestinkerd uit het Dorp op je netvliezen hebt. Ook achter je hoge haag en stalen hek en je je afvraagt hoe ‘het andere leven’ zou zijn. Beweeg, ga op zoek. Trots zijn op je zelf is oneindig veel beter dan een nergens op slaande slachtofferrol. Anders zijn is zijn.
Ter afsluiting en te gebruiken als wat ‘sociaal huiswerk’ de twee laatste vragen die in het veldonderzoek van de scriptie aan 18 geïnterviewde dorpsgenoten zijn gesteld:
- Bent u een Bijvancker die in Blaricum woont, of een Blaricummer die in de Bijvanck woont?
- Bent u een Dorper die in Blaricum woont, of een Blaricummer die in het Dorp woont?

///
Dit is een Oog-column.
